Elisabet Degenaar

Elisabet Degenaar is gedoopt op 30 mei 1714 in RK kerk ’t Boompje te Amsterdam, dochter van Hermanus Degenaer en Johanna van der Haeghen. Getuigen zijn Arent Bets en Hendrickie Boom.

Elisabet Degenaar is getrouwd op 21 januari 1746 te Amsterdam met Gerrit ter Laa(c)k (geboren rond 1718 te Oldenzaal, begraven op 6 maart 1757 te Amsterdam).

Elizabeth Degenaar is begraven op 11 mei 1773 te Amsterdam aan de Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof. Elizabeth Degenaar is weduwe van Gerrit ter Laakop de Loijers gragt noord bij de prince gragt

Begraven Elizabeth Degenaar

Vlak voor haar overlijden wordt op 8 mei 1773 een acte van voogdij opgesteld. Elisabet Degenaar woont dan op de Looyersgracht in de Timmermansgang en is ziek. Tot executeur en voogd over haar minderjarige kinderen wordt benoemd Jan Bartels, beroep korenfactor. Op 11 mei 1773, de overlijdensdag van Elisabeth Degenaar, wordt een acte van assumptie opgesteld. Daarbij wordt ook als excuteur en voogd aangewezen Cornelis Holland Dirksz, beroep broodbakker. Er is in deze actes sprake van minderjarige kinderen hoewel de oudste dochter Anna ter Laak inmiddels 25 is.

Op 8 december 1774 worden er twee aktes opgesteld bij notaris Anthony Mijlius te Amsterdam, een machtiging en een kwitantie. Bij de machtiging verschijnen Jan Bartels, Cornelis Holland Dirksz en Anna ter Laak, de laatste met vermelding dat zij en haar minderjarige zussen Alida ter Laak en Maria ter Laak de enige erfgenamen zijn van Elisabeth Degenaar, weduwe van Gerrit ter Laak. Elisabeth Degenaar was de enige overgebleven dochter, en daarmee erfgenaam, van Johanna van der Hagen en Hermanus Degenaar die beide al zijn overleden. Johanna van der Hagen, en dus Elisabeth Degenaar, waren de enige erfgenamen van Johanna Honnes, weduwe van Albert Boom. Het testament van Albert Boom en Johanna Honnes passeert op 1 februari 1751 bij de rechters en schepenen van Sevenaar, ambt Lijmers. Tot de bezittingen horen volges de machtiging onder andere een huis en erf op de Markt te Sevenaar en een schuurtje in het Weverstraatje. Deze worden voor 350 gulden verkocht aan Jacob Vermeer. Uit de acte van nalatenschap blijkt dat de kinderen van Elisabeth Degenaar zijnde Anna, Alida, en Maria ter Laak de helft van de nalatenschap Albert Boom en Johanna Honnes erven. De drie kinderen erven hiebij 698 guldens, 9 stuivers en 10 penningen.

Op 15 februari 1775 meldt dochter Anna ter Laak zich opnieuw bij de notaris. Van het bedrag blijft na aftrek van kosten 497 gulden, 17 stuivers en 10 penningen over. In deze akte vindt de verrekening plaats van het derde deel dat aan Anna ter Laak wordt toegekend, zijnde 165 gulden, 19 stuivers en 3 penningen.